1 AUGUSTUS 1924. 683 „niseerden en 75 ongeorganiseerden, terwijl op de werkver schaffing in de Boschwachterij te Dorst, in totaal 74 „arbeiders werkzaam waren. „Maakt men eene vergelijking tusschen deze getallen met „die van dezelfde maand (Juni) van dit jaar, dan ziet men „onmiddellijk het groote verschil. Slechts een 3-tal arbeiders „komen nog voor steunverleening in aanmerking en in de „week van 24-29 Juni bedroeg het aantal geplaatsten bij de „gemeentelijke werkverschaffing slechts 35, onder wie er 14 „zijn, die in aanmerking komen voor garantieloon en 27, „die geregeld op het werk kwamen. „Dat deze arbeiders niet meer geregeld komen is een „gelukkig verschijnsel en vindt zijn oorzaak hierin, dat er „elders werk te krijgen is onder gunstiger voorwaarden, voor „welk los werk deze arbeiders naar den aard van hun beroep „bijzonder geschikt zijn. Waren dan ook enkele maanden „terug meerdere vaklieden op de werkverschaffing werkzaam, „wier werkloosheid min of meer een gevolg was van slapte „in de bedrijven tengevolge van de crisis in 1923, thans zijn „er onder de 35 arbeiders, werkzaam te Chaam, slechts 5 „vaklieden, n. 1., 1 bankwerker, 2 sigarenmakers, 1 nikkel- „slijper en 1 bakker. De overige arbeiders kunnen gevoeg- „lijk gerangschikt worden onder het losse personeel. „De vraag, of voor dit gering aantal arbeiders, onder wie „er minstens 20 zijn, die reeds meer dan één jaar op de „werkverschaffing werkzaam zijn, de werkverschaffing nog „moet worden voortgezet, kwam ter sprake op de kort „geleden gehouden conferentie ten Stadhuize, alwaar deze „vraag door den betrokken ambtenaar van het Departement „van Landbouw ontkennend is beantwoord. Worden dus op „deze arbeiders bij de uitvoering der steunregeling de „bepalingen toegepast, waarbij is vastgesteld, dat belangheb- benden slechts gedurende een bepaald aantal weken (48) „steun kunnen ontvangen, dan is het getal van hen, die „voor steunverleening in aanmerking komen zoo gering, dat „voor hen spoedig werk is te vinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 683