1 AUGUSTUS 1924.
699
„(203), op heden bij de Arbeidsbeurs ingeschreven, er 25
„personen zijn beneden den leeftijd van 20 jaar, 27 personen
„tusschen 50 en 60 jaar en 16 personen tusschen de 60 en
„70 jaar, terwijl er onder de 203 werkzoekenden nog 64
„ongehuwde arbeiders zijn, die zoo goed als allen thuis inwonen.
„Uit den aard der zaak zullen echter steeds arbeiders om
„de een of andere reden ingeschreven blijven in het register
„der Arbeidsbeurs, zoodat niet altijd op het getal ingeschre
venen mag worden afgegaan. Het hierbij gevoegde over
wicht van den stand der werkloosheid op 23 Juni j. 1.
„spreekt echter voor zich zelf en toont duidelijk aan, dat
„er onder de vaklieden geen werkloosheid heerscht, welke
„slechts van eenige beteekenis is op de arbeidsmarkt. De
„helft van het aantal werkzoekenden wordt gevormd door
„de ongeschoolde arbeidskrachten (losse arbeiders, sjouwers
„en fabrieksarbeiders), die voor het grootste gedeelte steeds
„in lossen dienst zijn en dus immer van de Arbeidsbeurs
„gebruik blijven maken.
„Het aantal ingeschreven werkzoekenden was op
6 Januari 1923
530
19 Januari 1924
559
3 Februari
597
9 Februari
550
.3 Maart
772
22 Maart
453
31 Maart
640
4 April
409
28 April
511
19 April
349
26 Mei
460
24 Mei
286
2 Juni
393
31 Mei
274
23 Juni
387
14 Juni
231
30 Juni
494
23/28 Juni
203
Mijnheer de Voorzitter, ik mis hier de vergelijkende cijfers
in normale tijden, d. w. z. de cijfers van vóór den oorlog
deze en ook deze alleen zouden een juist beeld kunnen geven
van den werkelijken toestand. En ik ben er van overtuigd,
dat, wanneer wij deze cijfers zouden kunnen overleggen, er
wel degelijk gezien het jaargetijde thans sprake kan
zijn van een abnormale werkeloosheid.
Wat betreft het hiervolgend staatje, zij opgemerkt, dat