1 AUGUSTUS 1924. 701 C. „alle kooplieden en straatventers, met uitzondering van „degenen, wier steun in overleg met den Marktkoop- „liedenbond gecontinueerd was tot eind April d. „gehuwden zonder kinderen, die als los werkman be- „kend en, langer dan zes maanden gesteund, geen „verdiensten hadden opgegeven; e. „diegenen, die verondersteld werden in verband met „het seizoen in hun onderhoud te kunnen voorzien, „b. v. kellners, behangers, stucadoors enz.; II. „dat de steun zou worden verminderd van diegenen, „van wie vrij zeker kon worden aangenomen, dat zij „zich niet voldoende moeite gaven om arbeid te vinden. III. „dat de steunbedragen tot 60 en 65 °/0 van de thans „vastgestelde loonen zouden worden verlaagd, in ver- „band waarmede de toeslag van de Havenarbeids- „reserve zou worden geregeld IV. „dat 60-jarigen en ouderen, van wie redelijkerwijze „kan worden aangenomen, dat zij bij den tegenwoordigen „stand van de arbeidsmarkt niet meer in een bedrijf „zullen worden opgenomen, de steun als werkloozen „zou worden ontnomen en dat deze ouden van dagen „zouden worden overgebracht naar Maatschappelijk „Hulpbetoon, om daar zoo noodig als bedeelden „in ondersteuning te worden opgenomen. „In de betrokken Commissie alhier is tot heden „alleen besloten de ongehuwden van steunverleening „en werkverschaffing uit te sluiten, omdat deze personen „zich beter dan de gehuwden naar elders kunnen ver plaatsen en er een belangrijk groot aantal arbeids krachten gevraagd werden door België." Naar aanleiding hiervan wensch ik het volgende op te merken; de categorieën a, b, en c zijn nooit in de steun regeling opgenomen geweest en hadden hier dus niet vermeld behoeven te worden. Ten behoeve van de categorieën d en e was een bijzondere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 701