724 1 AUGUSTUS 1924. 26. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij, wegens periodieke aftreding van drie leden van het College van Zetters voor 's Rijks directe belastingen in deze gemeente op 1 Januari a. s., in overweging gevende, een voordracht in dubbeltal op te maken, welke aan den heer Commissaris der Koningin moet worden gezonden, ten einde daaruit een benoeming te doen. Wordt overgegaan tot stemming. Bij deze stemming blijkt, dat zijn uitgebracht: ater voorziening in de vacature van den heer K u s e 1 b o s als 1ste candidaat op den heer Kuselbos 15 stemmen en op den heer Haaiman 1 stem, terwijl als tweede candidaat met 18 stemmen wordt aangewezen de heer B r ou w e r s b. ter voorziening in de vacature van den heer Ros man: als 1ste candidaat op den heer Rosman 18 stemmen, terwijl als tweede candidaat met 17 stemmen wordt aangewezen de heer Kamerling; c. ter voorziening in de vacature van den heer Loijens: als 1ste candidaat op den heer Loij ens 17 stemmen en als 2de candidaat op de heeren Janssens 14, Van Dixhoorn 2 en Reichardt 1 stem. Zoodat als 1ste candidaten zijn gekozen de heeren P. M. Ku se 1 b os, J. M. Ros m a n en A. J. Loij en s, aftredende leden en als 2de candidaten respectievelijk de heeren L. W. Brouwers, P. M. Kamerling en E. Janssens. 27. Schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord brabant, houdende bedenking tegen de ter goedkeuring in gezonden verordening tot wijziging van de verordening op de heffing van leges, met voorstel van Burgemeester en Wethouders, om aan die bedenking tegemoet te komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 724