1 AUGUSTUS 1924.
727
directeur van Openbare Werken naar den Minister zijn
verwezen. Deze heeft hun echter in overweging gegeven
zich te wenden tot de Spoorwegdirectie. Het gevolg van
een en ander is geweest, dat niemand van het Spoorweg
personeel op de lijst der candidaat-huurders is geplaatst.
Spr. gelooft dan ook, dat hun door den Adjunct-directeur
niet den goeden weg gewezen is.
De VOORZITTER antwoordt, dat die kwestie onderzocht
zal worden.
De heer COHEN meent, dat het in de bedoeling ligt in
de eerste plaats voor die woningen in aanmerking te doen
komen de bewoners van de noodwoningen aan het Dijkje
en daarna zij, die in de stad slecht behuisd zijn.
De VOORZITTER: Een opschuivingssysteem dus. De
zaak zal nog nader worden bekeken.
Zonder verdere opmerkingen wordt conform het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan
koop van een strookje buiten de rooilijn vallenden grond aan
de Akkerstraat ter grootte van 50 M2. van Th. J. de Jong,
tegen den prijs van f 9.per M\
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt daartoe besloten.
32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wij
ziging van de rooilijn aan den hoek van den Haagdijk en
de Prinsenkade.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereenkomstig
besloten.