730 1 AUGUSTUS 1924. De heer FEBER zegt, dat de heer Hornix het College te vlug beschuldigt. Er is niet met twee maten gemeten. Dat het bewuste adres thans nog niet kan worden afgedaan ligt aan de Volksuniversiteit zelf, daar zij de noodige gegevens, waarnaar de subsidie moet worden beoordeeld, later heeft ingezonden. De heer COHEN vraagt, of, wanneer er aanvragen van andere vereenigingen op dit gebied komen, die dan ook subsidie zullen krijgen. De VOORZITTER zegt, dat die vraag wat te ruim en te vaag is gesteld om haar te kunnen beantwoorden. Zonder verdere opmerkingen wordt conform het prae-advies van Burgemeester en Wethouders besloten. 36. Schrijven van de Gedeputeerde Staten van Noord brabant, houdende bemerkingen op de ter goedkeuring inge zonden begrooting der gemeente van het dienstjaar 1924, met ontwerp-antwoord van Burgemeester en Wethouders. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dit ontwerp-antwoord ongewijzigd vastgesteld. 37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot verkoop van perceelen bouwterrein, gelegen in het Wilhelminapark, resp. groot 217 en 218 M~. aan A. M. C. B. Mermans en H. H. M. Jan zen tegen den prijs van f 15.— per M3. en onder de bij dit voorstel overgelegde algemeene voorwaarden. Naar de heer HORNIX heeft vernomen, heeft één van de beide gegadigden zich bereids teruggetrokken, hetgeen een gevolg is van het feit, dat deze zaak zoo lang getraineerd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 730