736 1 AUGUSTUS 1924. Rondvraag. 1. De heer APPELBOOM vraagt, of Burgemeester en Wethouders iets bekend is omtrent de voorgenomen ver plaatsing van de school voor verlofsofficieren. De VOORZITTER verklaart, ook in verband met het gebeurde in de Tweede Kamer, goede hoop te hebben, dat de school ons niet zal ontvallen. Burgemeester en Wethouders zijn voornemens den Raad voor te stellen, voordat de Kamer weder bijeenkomt een nieuw adres over dit onderwerp te zenden. De maatregelen door den Minister genomen, zijn volgens diens eigen verklaring van voorloopigen aard. Men zij echter op zijn hoede. De kwestie heeft de volle aandacht van het gemeentebestuur. 2. De heer NEVE vraagt, of de raadsleden ook zouden mogen weten, hoe het met de tramkwestie staat. De heer FEBER deelt mede, dat het advies van den technisch adviseur is ingekomen en bereids een onderwerp van bespreking in de tramcommissie heeft uitgemaakt. Eerlang zal daaromtrent rapport aan den Raad worden uitgebracht. 3. De heer SCHRAUWEN verzoekt, het rapport van de veemarktcommissie in de leeskamer ter visie te laten liggen. De VOORZITTER zegt zulks toe. Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 736