WfJ1' 29 AUGUSTUS 1924. 741^ Hieraan voldaan zijnde, worden door den heer Van Werkhooven in handen van den Voorzitter achtereen volgens afgelegd de verklaring en de belofte van zuivering en de belofte van trouw, voorgeschreven in art. 39 der Gemeentewet. De VOORZITTER heet den heer Van Werkhooven welkom in deze vergadering en wenscht hem geluk met zijn benoeming. De heer VAN WERKHOOVEN dankt den Voorzitter voor diens welwillende introductie. Spr. hoopt zijn ambt naar best vermogen waar te nemen. Waarop de benoemde zitting neemt. De heer VAN LUIJTELAAR verzoekt het laatste punt van de agenda het eerst te willen behandelen. Den 2den Juli 1. 1. is reeds ter behandeling van dat punt een spoed- eischende vergadering verzocht. Den 7den en 13den Juli d. a. v. is dit verzoek herhaald en toen daaraan geen gevolg was gegeven, is op 30 Juli verzocht de bespreking en af doening van deze zaak als eerste punt van de agenda van 1 Augustus aan de orde te stellen. Spr. en de zijnen hebben toen echter wederom niet verkregen, wat zij wenschten, en weder toe moeten geven. Spr. vindt het in verband met het voorafgaande op zijn zachtst uitgedrukt niet erg vriendelijk, dat het punt, welker behandeling zij zoo urgent achten en ook belanghebbende urgent acht, achteraan op de agenda is geplaatst. De VOORZITTER kan den heer Van Luijtelaar verzekeren, dat bedoeld punt vandaag in behandeling zal komen. De heer VAN LUIJTELAAR persisteert bij zijn verzoek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 741