22 FEBRUARI 1924. 75 voorgenomen bouw is aangevangen en het werk niet binnen een jaar na de dagteekening van dat besluit is voltooid, de verleende afwijking geacht wordt niet te zijn verleend en onder bepaling, dat bij niet-vervulling van een dezer voorwaarden de vergunning tot afwijking van bovengenoemde voorwaarden sub a en b vervalt. 11. Adres M. Bakkeren te Prirrcenhage, daarbij ver zoekende vrijgesteld te worden van de voorwaarde sub b, waaronder hem bij raadsbesluit van 29 Januari 1923 ont heffing is verleend van art. 15 der Bouwverordening ten behoeve van den bouw eener timmerfabriek met pakhuis enz. op een perceel aan den Nijverheidssingel, en zulks ten einde op het open terrein van gemeld perceel alsnog een loods te kunnen bijbouwen. Bij dit adres zijn gevoegd de adviezen van de Gezond heidscommissie en den Adjunct-directeur van Openbare Werken, alsmede een voorstel van Burgemeester en Wet houders om de gevraagde vrijstelling te verleenen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten aan adressant de gevraagde vrijstelling te verleenen onder de volgende voor waarden a. dat de overige voorwaarden, gesteld bij raadsbesluit van 29 Januari 1923, gehandhaafd blijven b. dat op de nu overblijvende open ruimte niets meer worde gebouwd of opgericht; C. dat de te bouwen loods niet van bestemming verandere en nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt; d. dat ter voldoening aan art. 5 der Woningwet een teekening, ingericht volgens art. 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 75