29 AUGUSTUS 1924. „dan kan geschieden, als een aanvrage om vergunning in gevolge art. 4 is gedaan. „Indien om andere redenen dan het niet-voldoen aan de „bepalingen van art. 1 der verordening goedgunstig door „den Raad op een beroep beschikt zou worden, zou dit ook „een grove onbillijkheid zijn ten opzichte van hen, die, of schoon ook zij zich beperkt gevoelden in de beschikking „over hun eigendom, toch niet in beroep kwamen, omdat „zij meenden, dat volgens de bepalingen van art. 1 hun „eigendom terecht op de lijst werd geplaatst. 1. Poort Reigerstraat 18. „Laat-Gothische poort (vroeg-Tudorstijl) uit de 15e eeuw. „Eenige poort te Breda van een patriciërshuis uit dien tijd. „Heeft kunstwaarde en er zijn aan verbonden historische „herinneringen aan de familie Van Renesse en het Huis van „Renesse. Merkwaardige schakel met het verleden. „Zie: De Nederlandsche monumenten van geschiedenis „en kunst. Deel I, Eerste stukDe voormalige Baronie van „Breda, door Jan Kalf, Secretaris der Rijkscommissie, blz. 179. „Dit werk zal in het vervolg worden aangehaald als „Kalf". „De commissie adviseert deze poort op de lijst geplaatst „te houden. Zij geeft daarbij in overweging, met den eige- „naar in overleg te treden, om de poort in behoorlijken „staat te herstellen. 2. üopgevet aan zijde Uorenstraai van het huis hoek üorensiraat en Lange Brugstraat. „Heeft kunsthistorische waarde als goed type van gevel „van een woonhuis omstreeks het midden der 16e eeuw. „Heeft ook groote beteekenis voor het stadsgezicht bij het „doorzicht naar de Groote Kerk. „Zie Kalf, blz. 183 en afbeelding blz. 184. „De commissie adviseert tot afwijzing van het beroep.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 763