29 AUGUSTUS 1924. 6. Gevel van Catharinastraat 16. „Monumentaal en zeldzaam type van een Louis XIV- „patriciërswoning. Eerste helft 18e eeuw. Ongetwijfeld kunst- „waarde en ook beteekenis voor het stadsgezicht. Zie Kalf. „blz. 190, afbeelding blz. 194 en plaat tusschen blz. 192 en 193. „Advies tot afwijzing van het beroep. 7. Gevel van Boschstraat 35 en 37. „Buitengewoon mooi type van patriciërsgebouw uit het „Louis XVI-tijdvak. Tweede helft 18e eeuw. Kunstwaarde „en van beteekenis voor het stadsgezicht. „Zie Kalf, blz. 190 en afbeelding op blz. 196. „Behoort op de lijst geplaatst te blijven. 8. Gevel van Nienwsïraat 13. „Puntgaaf bewaard specimen van Empire-stijl van rond „1810. Het eenige specimen in Breda. Kunsthistorische waarde. „De commissie adviseert dezen gevel op de lijst geplaatst „te laten. 9. liet Begijnhof. „Dat het Begijnhof op de lijst behoort voor te komen, „zal toch wel niemand ontkennen, die onbevooroordeeld „kennis neemt van het advies van den gemeente-archivaris, „van het schrijven der afdeeling B van de Rijkscommissie „voor de monumentenzorg, van hetgeen vermeld staat bij „Kalf, blz. 138 e. v., van de artikelen over het Begijnhof „in „Sancta Maria", Kerkelijk weekblad voor het bisdom „Breda, nrs. 18-21, 23 en 24, van blz. 92-93 der Beschrijving „der Stadt en Lande van Breda door T. E. van Goor, en „vooral van het Cartularium van het Begijnhof te Breda,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 765