784
29 AUGUSTUS 1924.
objectief zijn opgenomen in het adres van de Rijksmonumen
tencommissie, zooals die objectief zijn neergelegd in het
rapport onzer eigen monumentencommissie. En evenmin als
het van belang is voor mijn beslissing in dit appèl, of ik mij
wellicht over eenige dier historische gebeurtenissen verheug
en andere betreur, doch ik deze slechts objectief laat gelden,
evenzeer sta ik b. v. objectief tegenover een voteering van
gelden voor herstel der Groote Kerk en voteer ik die, omdat
die Kerk een kunstwerk is, evenzeer thans nu deze in Her
vormde handen is, als dat ik dat gedaan zou hebben, indien
in deze de Katholieke eeredienst werd uitgeoefend.
Eenzelfde standpunt verwacht ik van de andere leden van
dezen Raad.
Zoo is dit Beggijnhof uitgegroeid ook tot een monument
van verdraagzaamheid der Oranje's, bij wie de trouw aan
het eens gegeven woord van Hendrik III ver opwoog tegen
de ongetwijfeld naarstige invloeden van anderen, die wel
getracht zullen hebben hen een andere houding jegens het
Hof te doen aannemen.
Angstige dagen braken later voor het Beggijnhof nog aan.
In 1731 werd door de Hooge Regeering in den Haag een
plakkaat uitgevaardigd, waarbij bepaald werd, dat het Ba-
gijneklooster te Breda zou moeten uitsterven; in 1737 werd
dit besluit hernieuwd. In herhaalde verzoekschriften trachtten
de Bagijnen den Staten-Generaal te bewegen dit besluit te
herroepen, eerst in 1747 gelukte haar dit. Daarna hebben
zij een rustig en vredig bestaan gehad, totdat thans plotseling
de aandacht niet alleen van heel Breda, maar ook van velen
uit den lande zich op dit Hof vestigt. Het had voorzeker
weinig moeite gekost een groote beweging tot behoud van
het Beggijnhof in het land wakker te roependat deze, bij
de tegenwoordige geneigdheid om, zoodra eenig oud bouw
werk door den moker wordt bedreigd, onmiddellijk alarm te
blazen hier niet is ontstaan, is wellicht hieraan toe te
schrijven, dat ons dagelijksch bestuur aan een rustige onbe-
invloede beraadslaging de voorkeur gegeven heeft en wellicht