788 29 AUGUSTUS 1924. komen een totstandkoming in de vertroebelende vergadering van 24 Augustus te vorenzij werd vastgesteld zonder hoof delijke stemming, nadat eene verklaring van de R. K. raads fractie blijk had gegeven, dat zij ook daar nauwgezet onder de oogen was gezienvan die zijde vereenigde men zich met haar, overleg bepleitende bij haar toepassing. Daaraan hebben wij ons gehouden en toen bleek, dat men vreesde bemoeilijkt te zullen worden in de oprichting van een school voor buitengewoon onderwijs, welke men uitslui tend op of bij het Begijnhof wenschte, heeft het College van Burgemeester en Wethouders naar erkend zal wor den ten zeerste zich ingespannen om de vervulling van dien wensch mogelijk te maken. Het College is daarin geslaagd en naar uitdrukkelijke mededeeling van den architect, het lid van den Raad Van Groenendael, kon door de onlangs Uwerzijds goedge keurde huur en overdracht van gronden met bedoelden schoolbouw het intact blijven van den ouden Begijnhof worden bereikt. Zoo sprak althans de heer Van Groenen dael kort geleden. Het zoover te brengen, heeft veel moeite gekost: onze kweektuin mist niet gaarne zelfs één M2 gronds en wat bereikt werd beduidt een belangrijk offer voor de gemeente, al wordt door de huur van nabijgelegen grond de schade eenigszins geneutraliseerd. In allerlei andere rich tingen waren voorstellen gedaanpogingen om elders ge meentegrond voor de school goedkoop af te staan, overleg omtrent overneming van den Begijnhof door de gemeente, besprekingen omtrent geldelijken steun voor den bouw van de school mochten geen resultaat hebben. Slechts één plaats was voor de school geschikt zoo zeiden de beschikkers over den Begijnhof en de architect en die plaats was op of naast den Hof. Het moest worden betreurd, dat de nieuwe, piëteitvol aangebouwde nieuwe Hof zou worden vernietigd: echter uitbreiding van dit terrein met een stuk van onzen kweektuin bleek de eenige wijze om althans den ouden Hof te behoeden en de vergunning wegens de monumenten-ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 788