796
29 AUGUSTUS 1924.
wijst Spr. op de schade, welke de eigenaren door de plaatsing
op de monumentenlijst ondervinden en zegt, dat, als hij ge
weten had, dat deze verordening die gevolgen zou hebben,
hij dan nooit zijn stem daarvoor zou hebben uitgebracht.
Spr. wil echter even releveeren, dat die verordening door
hem en zijn fractie-genooten niet maar zoo zonder meer is
geaccepteerd. In de vergadering van 9 October 1923 is door
hem namens zijn fractie de volgende verklaring afgelegd
„Tengevolge van een compromis hebben eenige leden van
mijne fractie besloten hun verzet tegen deze verordening te
staken. Het hangt echter van het beleid van Burgemeester
en Wethouders af, of zij bij de toepassing der verordening
de geheele fractie tegen zich zullen vinden." -Ten slotte
deelt Spr. mede, dat volgens den brief van het schoolbestuur
aan Burgemeester en Wethouders, d. d. 27 Augustus j. 1.
welke door den heer Pels ter niet is voorgelezen de
schoolbouw geen nader uitstel duldt. Spr. zegt het vaste
vertrouwen te hebben, dat het aspect van het Begijnhof be
waard zal blijven.
De heer COHEN wenscht even zijn stem te motiveeren.
Er wordt beweerd, dat Spr. in een geheime vergadering
gezegd zou hebben, dat het Begijnhof behouden moest blijven.
Dit is inderdaad zoo en Spr. is nog die meening toegedaan,
maar hij kan zich te dien opzichte geheel aansluiten bij de
zienswijze van den heer Haaiman, dat men den hof met
gerustheid aan de eigenaren kan toevertrouwen. Spr. zal dan
ook tegen het voorstel tot handhaving op de lijst stemmen.
De heer VAN WERKHOOVEN zegt, dat hij een vreemde
eend in de bijt is; hij heeft de voorafgaande besprekingen
en vergaderingen over deze kwestie niet medegemaakt. Spr.
heeft daarom zijn oor te luisteren gelegd en daar hij het er
mede eens is, dat de oude hof behouden moet blijven, heeft
hij met genoegen de heer Haaiman te dien opzichte zijn
vertrouwen hooren uitspreken in de eigenaren van het Be-