818
2 SEPTEMBER 1924.
ligging van het terrein is zeer ongeschikt; het wordt van
de stad afgesneden door het spoorwegemplacement. Het zal
daardoor nog jaren lang een sta in den weg blijven. Het
rapport der veemarktcommissie is eenzijdig; het is samen
gesteld door menschen, die speciaal belang hebben bij het
bestaan van een veemarkt. Spr. kan het algemeen belang
daarvan niet inzien; de eerste jaren zal de gemeente er be
slist geen voordeel van hebben. Spr. heeft ook eens naar
de levensvatbaarheid van een veemarkt hier ter stede geïn
formeerd. Men deelde hem o. a. mede, dat men niet moet
denken, dat een veemarkt gedurende de eerste tien jaren
hier zal kunnen tieren. En dat was nog de meening van
een optimist, want er zijn deskundigen, die zeggen, dat men
een veemarkt niet kan planten, zij moet als het ware van
zelf ontstaan. Wat den voor de markt gekozen dag, den
Vrijdag, betreft, deze vindt Spr. zeer ongeschikt. Kortom,
de bezwaren tegen dit voorstel zijn zoo ernstig, dat Spr.
zijn stem daaraan niet kan geven. Ook acht Spr. zich uit
een oogpunt van algemeen belang niet verantwoord om in
dezen tijd, waarin de belastingdruk aanmerkelijk moet worden
verhoogd, een bedrag van f 84.000 te voteeren voor een
avontuurlijke onderneming.
De heer HAALMAN merkt op, dat de vorige sprekers
in de eerste plaats gewezen hebben op de kosten, n. 1. dat
er met de inrichting van de veemarkt een bedrag van
f 100.000.— gemoeid zal zijn. Hoewel het zeer zeker noodig
is deze uitgave ernstig te overwegen, is dit in deze toch
niet het voornaamste. Spr. wenscht even terug te gaan tot
ongeveer een jaar geleden. Er heeft toen een officieuse raads
vergadering plaats gehad, waarin de Directeur van den
Vleeschkeuringsdienst de plannen voor het tot stand komen
van een veemarkt heeft uiteengezet. Spr. heeft toen ook zijn
meening gezegd en verklaard, in beginsel voorstander van
een veemarkt te zijn. Spr. herinnert zich nog, dat de Direc
teur, toen Spr. zijn rede geëindigd had, vroeg, of hij nu