2 SEPTEMBER 1924. Wf. 821
jp,
brengen, mits het daarvoor uitgetrokken bedrag niet ineens,
maar geleidelijk zal worden uitgegeven.
Een andere vraag is: hoe krijgen wij het vee hier? Dit
mag weieens terdege onder de oogen worden gezien. Om
vee uit de kleistreken hier te krijgen acht Spr. een bootver
binding met Dintelsas noodig.
De heer CERUTTI brengt in herinnering, dat men al
herhaalde malen heeft gepoogd hier een veemarkt op te
richten; al die pogingen hebben echter schipbreuk geleden.
Toen was dat niet zoo erg, omdat er geen kosten mede
gemoeid waren; nu echter wil men een halve ton uitgeven
zonder te weten, of men succes zal hebben. Ook heeft men
vrpog"er geprobeerd hier een paardenmarkt te vestigen. Al-
lerjéf iniddelen heeft men gebezigd om die onderneming te
doen'slagen o. a. door het uitloven van een premie voor
dengene, die de meeste paarden aan de markt bracht -
doch het heeft niets gebaat. Spr. kan dan ook zijn stem
niet geven aan iets, dat nog twijfelachtig is.
'l
De heer COHEN ziet de zaak niet zoo pessimistisch in
als sommige vorige sprekers. Immers ieder, die een onder
neming opbouw zét, weet niet, of zij zal gelukken of niet.
Wat de medewerkjng van den N. C. B. betreft er is al
gezegd, da€ zij alleen uit moreelen steun zal bestaan. Dat
wil volgprfs Spr. zeggen,-dat de Bond steun zal verleenen,
voor zoover de leden individueel voordeel in de markt zien.
Men heeft ■'het ook in Ginneken gezien: wanneer de markt
niet goed rendeert, dan houden zij het vee thuis. Op dien
moreelen steun moet men dus niet te veel vertrouwen.
Met de keuze van den Vrijdag als marktdag kan Spr.
niet instemmen. De meeste slagers zijn dan te veel gebonden
aan hun zaakmen ziet zulks te Roosendaal, ook daar wordt
de markt op Vrijdag niet druk bezocht. Spr. gevoelt meer
voor den Dinsdag; als de markt te Rotterdam dan niet zoo
druk loopt, komen de lui gauw naar Breda. Ook met het