828 2 SEPTEMBER 1924. beteekenis. Van het onderhavig voorstel is de beteekenis terug te voeren tot een nadeelig saldo van f 5600.dat bij bezuiniging op de exploitatie misschien nog wel terug te voeren is. De gemeente mag zich er wel iets voor getroosten. Is men van meening, dat de toestand van de gemeentekas zulks niet toelaat, dan zou men ook van zeer veel andere dingen moeten afzien. Het College in zijn vroegere samen stelling is wel degelijk voor de oprichting van de veemarkt. Men moet niet uit het oog verliezen, dat de commissie van advies bestond uit deskundigen van belangrijke organisaties. Zekerheid van slagen heeft men niet, maar de ontwikkeling van de stad eischt weieens een koene daad. De heer SCHRAUWEN vraagt, of de exploitatie-rekening wel juist is. Moet het geraamde tekort niet vermeerderd worden met 1 Va °/o v^n f 33.000. De VOORZITTER antwoordt, dat deze 1 Va °/o reeds in het tekort is begrepen. De heer KLUFTWanneer men ziet, hoe in deze alles is gebaseerd op de komende annexatie, doet zich dan niet onwillekeurig de vraag voor, of men dan misschien niet de beschikking zal krijgen over een terrein, dat beter voor bet beoogde doel geschikt is dan het voorgestelde, b. v. bij het Mastbosch De VOORZITTER: Dat terrein is op het oogenblik ook niet van Breda. Spr. zal nu het voorstel van Burge meester en Wethouders in stemming brengen, echter met dien verstande, dat daarbij nog geen beslissing wordt geno men omtrent den dag, waarop de veemarkt zal worden gehouden. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders komt daarop in stemming en wordt aangenomen met 15 tegen 5 stemmen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 828