82 22 FEBRUARI 1924. die geen winst behoeft te maken, niet. Ook kan men een onderhoudsfonds stichten, daar er de eerste jaren weinig kosten voor reparatie zullen zijn. Spr. gelooft, dat men met het oog op den grooten woningnood verplicht is, dit voor stel aan te nemen. De heer HORNIX vreest, dat de arbeiders die hooge huur op den duur niet zullen kunnen betalen. Zonder verdere bedenkingen wordt conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 21. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op verschillende adressen betreffende het invoeren van een verbod voor melkverkoop op Zondag. De heer ELICH zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter, Als men de rapporten en eenige gegevens nagaat, die het College aanleiding hebben gegeven om afwijzend te be schikken op de adressen betreffende het invoeren van een verbod voor melkverkoop op Zondag, dan kan men niet anders dan dat prae-advies billijken. Doch als men het eens aan een andere zijde beziet, dan zijn die bezwaren niet zoo onoverkomelijk als zij wel lijken. Wat zal het gevolg wezen, als dit prae-advies wordt aangenomen? Daardoor zal het rijden op Zondag door de melkinrichtingen wederom worden ingevoerd, omdat zij hiertoe gedwongen zullen worden door de concurrentie van buiten en enkelen te dezer stede. Uierdoor zal aan ruim honderd personen hun Zondagsrust worden ontnomen, waarbij er zullen wezen, die onmogelijk in de gelegenheid zullen zijn naar behooren hun godsdienstplichten waar te nemen. Bovendien zal door het rijden van circa zestig melkwagens de stad het aanzien krijgen van een werkdag.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 82