17 OCTOBER 1924. Eén vacature. Voorzitter: de heer Mr. Dr. W. G. A. VAN SONS- BEECK, burgemeester. Secretaris: de heer H. H. JONKERGOUW. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede, dat van den heer Van Sasse van Ysselt bericht is in gekomen, dat hij wegens ambtsbezigheden verhinderd is deze vergadering bij te wonen. 1Beëediging en installatie van het nieuwbenoemd raads lid, den heer W. L. Kooperberg. De VOORZITTER verzoekt den Secretaris, den heer Kooperberg binnen te leiden. Hieraan voldaan zijnde, worden door den heer Kooper berg in handen van den Voorzitter achtereenvolgens afge legd de eed van zuivering en de eed van trouw, voorgeschreven in art. 39 der Gemeentewet. De VOORZITTER wenscht den heer Kooperberg geluk met zijn benoeming en verzoekt hem in de vergadering plaats te nemen. Waarop de benoemde zitting neemt. De VOORZITTER zegt, dat de notulen van het verhan delde in de vergadering van 1 Augustus j. 1„ overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement van orde voor den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 860