862 17 OCTOBER 1924. De VOORZITTER meent geen tegenspraak te ontmoeten, indien hij zegt, dat de goede wenschen van den Raad den heer Van Luijtelaar vergezellen naar zijn verblijf elders. Het schrijven van den heer Van Luijtelaar wordt daarop voor kennisgeving aangenomen. 7. Adres van het bestuur van den A. N. W. B., Toe ristenbond voor Nederland, daarbij in het belang van de veiligheid van het verkeer enkele denkbeelden in overweging, gevende betreffende de verharding van wegen. De VOORZITTER geeft in overweging, bij voorkomende gelegenheden met den inhoud van dit adres rekening te houden. De heer NEVE wijst er op, dat het adres eigenlijk niet geteekend is; het bevat slechts gedrukte handteekeningen. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks niets ter zake doet, aangezien er geen feitelijke beslissing op het adres wordt genomen. Daarop wordt overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter besloten. 8. Adres van den Centralen Bond van Transportarbeiders te Rotterdam, verzoekende zoo spoedig mogelijk een ver bodsbepaling vast te stellen tot het venten van melk op Zondag. Den VOORZITTER komt het voor, dat dit adres kan worden gevoegd bij de overige stukken, welke op deze zaak betrekking hebben; zij is thans bij de commissie voor de strafverordeningen in behandeling. Burgemeester en Wet houders zullen spoedig haar advies aan den Raad overleggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 862