872 17 OCTOBER 1924. Vleeschkeuringsdienst daarmede wil wachten, totdat het openbaar slachthuis er is, doch zulks lijkt hem niet juist. Spr. wil reeds terstond daartoe overgaan. Den heer HAALMAN bevreemdt het ten zeerste, dat bij deze gelegenheid geen gevolg is gegeven, ja zelfs niet eenigs- zins is tegemoet gekomen aan de bezwaren, in de vergadering van 24 Juni j. 1. door verschillende leden in den Raad ont wikkeld tegen de wijziging van de verordening op de heffing van keurloonen in verband met teruggave bij afkeuring. Spr. heeft er toen op gewezen, dat een gevaarlijk precedent werd geschapen door alleen restitutie te verleenen voor ge storven of uit nood geslachte dieren, welke zijn afgekeurd. Burgemeester en Wethouders hebben daartegen aangevoerd, dat de aanleiding tot de voorgestelde wijziging voor den Vleeschkeuringsdienst een belangrijke besparing beteekende. Ook is toen in het licht gesteld, dat die wijziging van de keurloonen uitsluitend ten goede zou komen aan den N. C. Boerenbond. Geenszins wordt de wanverhouding gewettigd, welke daardoor ontstaat ten opzichte van anderen, wien het keurloon niet wordt gerestitueerd. Een zoodanige restitutie moet dan ook gelden voor allen en voor alles, wat afgekeurd wordt. Spr. geeft derhalve in ernstige overweging, öf terug te komen op 's Raads beslissing van 24 Juni j. 1., öf restitutie van betaalde rechten te verleenen voor alle afgekeurde ob jecten. Het laatste lijkt Spr. het rechtvaardigste; Spr. doet daarom een beroep op de leden van den Raad om dit billijke voorstel te steunen. Voor het overige kan Spr. zich volkomen aansluiten bij de woorden van den heer Cohen. Spr. is bij deze kwestie niet persoonlijk betrokken en meent er daarom vrijuit over te kunnen spreken. Ook hij vindt een recht van 5 cent per K. G. voor het smelten van vet vrij hoog, vooral daar het hier dikwijls zal voorkomen, dat grootere hoeveelheden dan 10 K. G. worden gesmolten. Spr. stelt derhalve voor, voor het smelten van vet per 10 K. G. of minder een recht te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 872