880 17 OCTOBER 1924. „te verkrijgen van een bedrag van f 364.wegens ver- „bouwingskosten van de bijzondere school aan de Bouwerijstraat. „Naar aanleiding van dit adres wenschen wij U het „volgende in herinnering te brengen. „In Uwe vergadering van 20 Maart 1922 werd op een „desbetreffend verzoek van gemeld schoolbestuur besloten de „vereischte medewerking te verleenen tot een noodzakelijke „verandering en verbouwing van de school in de Caiharina- straat tot een zesklassige school en de daarvoor noodige „gelden uit de gemeentekas te verstrekken. „Nadat te dezer zake met het schoolbestuur het noodige „overleg had plaats gehad en aan het bestek goedkeuring „was verleend, werd tot aanbesteding en uitvoering van het „werk overgegaan. „Zooals uit het hierbijgevoegd rapport van den Directeur „van Openbare Werken blijkt, werd tijdens de uitvoering „van den bouw herhaaldelijk de aandacht gevestigd op het „bepaalde in art. 81 sub 2o der Lager Onderwijswet, volgens „hetwelk de meerdere kosten, die het gevolg zijn van af wijkingen van het bestek, slechts dan worden vergoed, „indien die afwijking heeft plaats gehad onder goedkeuring „van Burgemeester en Wethouders of deze goedkeuring „alsnog wordt verleend. „Ofschoon tijdens den bouw meerdere afwijkingen van „het bestek hebben plaats gehad, waarop geen voorafgaande „goedkeuring was aangevraagd of verkregen, hebben wij „gemeend deze alsnog te kunnen honoreeren, onder meer in „aanmerking nemend, dat die afwijkingen als noodzakelijk „konden worden aangemerkt. „Alleen achten wij ons niet gerechtigd een uitgaaf ad „f 364,—, wegens een plaats gehad hebbende verbouwing „van de school aan de Bouwerij'straat onder de extra-kosten „op te nemen, omdat het hier betrof een afzonderlijk school- „gebouw, waarvoor noch een aanvrage was ingediend, nóch „door Uw Raad de bij de wet vereischte medewerking was „verleend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 880