888 17 OCTOBER 1924. neergelegd onder voorwaarde, dat zij bij voorkomende ge legenheden water in hun wijn zouden doen. En nu Men moet toch vooral niet vergeten, dat deze man alleen omdat hij recht had vast aangesteld te worden indertijd een paar dagen uit kuieren is gestuurd! Spr. handhaaft derhalve zijn voorstel. De heer HORNIX is het met de opvattingen van den heer Pels ter in deze volkomen eens. Ieder, die eenige logica bezit, moet zich, volgens Spr., bij diens uitleg neerleggen. De heer VAN WERKHOOVEN kan zich, hoewel hij meent over een voldoende dosis logica te beschikken, niet met de opvattingen van den heer Pels ter vereenigen. De heer COHEN vraagt, of bij eventueele verwerping van het prae-advies van Burgemeester en Wethouders zijn voorstel wordt geacht te zijn aangenomen. De VOORZITTER: Neen, dat zal eerst onder de oogen moeten worden gezien. Het prae-advies van Burgemeester en Wethouders wordt daarop in stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 8 stemmen. Voor: de heeren Pelster, Moll, Elich, Loomans, Hornix, Korteweg, Cerutti, Appelboom, Zijl mans, Speyart van Woerden en Kooperberg. Tegen: de heeren Bogmans, Schrauwen, Neve, Cohen, Kluft, Van Groenendael, Van Werk- hooven en Haaiman. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van vergoedingen voor boventallige leerkrachten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 888