88
22 FEBRUARI 1924.
van de godsdienstplichten betreft de Raad is er niet voor
verantwoordelijk, indien thans aan de organisatie hieromtrent
iets ontbreekt. De werkgevers moeten zorg dragen voor de
mogelijkheid, dat men zijn godsdienstplichten vervult; door
groepeering of anderszins zal dit kunnen geschiedenSpr.
zet hen daartoe aan van deze plaats. Dergelijke factoren be
hoeven in de beslissing omtrent een ventverbod geen ver
troebeling te brengen.
De heer CERUTTI merkt op, dat hetgeen de heer M e ij v i s
heeft gezegd geen pleidooi is voor het stellen van een verbod
van melkventen op Zondag, want dan zou men volgens de
redeneering van den heer Me ij vis 's Maandags de melk
van Zaterdag krijgen.
De heer COHEN zegt, dat hij de strekking van het arrest
van den Hoogen Raad wél goed begrepen heeft. Spr. is
indertijd bij den Voorzitter geweest om naar aanleiding daar
van een uitspraak uit te lokken, doch deze wilde daaraan
niet medewerken. Spr. vindt het hoog noodig een gemeente
lijke regeling te treffen, want op die manier blijlt men toch
"maar aan den gang. Sommige melkventers zijn des Zondags
middags om 2 uur nog bezig.
De VOORZITTER; Laat men de melkinrichtingen dan
eerder sluiten.
De heer MOLLDat heeft men sedert twee jaren gedaan,
doch dan komen de boeren en hoveniers van buiten hier
melk verkoopen. Al die melkkarren door de stad geven haar
het aanzien van een gewonen werkdag. Spr. wijst op T i 1 b u r g,
waar een gemeentelijke verordening op dit gebied bestaat.
De hygiënische bezwaren, welke hier in het midden zijn
gebracht, acht Spr. niet steekhoudend, daar de gelegenheid
toch openstaat om melk te halen aan de depóts.