8
18 JANUARI 1924.
De heer CERUTTI zegt het volgende:
Ik houd mij overtuigd, Mijnheer de Voorzitter, ook namens
mijn medeleden te spreken, wanneer ik ais oudste lid in
jaren U hartelijk dank zeg voor uwe goede wenschen
ons gebracht bij gelegenheid van het pas ingetreden nieuwe
jaar en wederkeerig U en de Uwen alle goeds toewensch
in dit jaar.
Bij deze gelegenheid wensch ik de hoop uit te spreken
en ik leef in de veronderstelling ook daarmede te zullen
handelen in den geest van den Raad dat U het ambt
van Burgemeester dezer gemeente nog heel veel jaren zult
mogen bekleeden, welk gewichtig en veel omvattend ambt,
door U met zooveel toewijding en bekwaamheid wordt
vervuld.
En het moge al eens voorkomen, dat in onze vergaderingen,
in het vuur der discussie een enkel scherp woord tot U
gesproken wordt, wees overtuigd, Mijnheer de Voorzitter,
dat de onpartijdige, scherpzinnige en vaak geestige wijze,
waarop U onze vergaderingen weet te leiden, door ons ten
zeerste wordt gewaardeerd.
Met belangstelling namen wij kennis van Uwe overzich
telijke mededeelingen en beschouwingen. Ongetwijfeld zal
de Raad aan elke handeling, welke onze gemeente en hare
inwoners ten voordeel zal zijn, gaarne zijne medewerking
verleenen.
Laten wij hopen, Mijnheer de Voorzitter, dat 1924 ook
voor onze gemeente een in velerlei opzicht gezegend jaar
moge zijn.
De VOORZITTER zegt, dat de notulen van het ver
handelde in de vergaderingen van 11 en 28 December j. 1.,
overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het reglement
van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden
hebben gelegen en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden
en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan