906 17 OCTOBER 1924. tionneeren, doch te bepalen, dat zij, die kunnen aantoonen op dien datum buiten hun schuld niet in staat te zijn geweest de noodige bescheiden ter verkrijging van de terugbetaling over te leggen, alsnog daarvoor, ter beslissing van Burge meester en Wethouders, in aanmerking zullen kunnen komen. De heer APPELBOOMDe Raad kan toch geen termijn vaststellen met terugwerkende kracht! Men dient eerst de gelegenheid open te stellen om het te veel betaalde alsnog terug te ontvangen. De VOORZITTER Er wordt door den Raad niet een termijn gesteld, alleen maar gesanctionneerd. Alsnu wordt besloten, den termijn door Burge meester en Wethouders gesteld, te sanctionneeren en het aan Burgemeester en Wethouders over te laten om in het geval, door den Voorzitter omschre ven, de terugbetaling te doen plaats hebben. 37. Aanvrage van F. de Groot, om ontheffing van schoolgeld voor gewoon lager- en uitgebreid lager-onderwijs. De VOORZITTER geeft in overweging, dit verzoek te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter af doening. Daartoe wordt besloten. 38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling van de rooilijn aan de binnenzijde van het perceel, gelegen tusschen de Veemarkt en den Vlaszak, kadastraal bekend sectie B. no. 3044. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt conform besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 906