25 NOVEMBER 1924. 919 i x. Wethouders wilden daar toen niet aan; desniettemin is genoemde directeur nog steeds in functie, zoodat men zich onwillekeurig afvraagt: Is die man nu ontslagen of niet? De VOORZITTER wijst er op, dat het hier een verzoek van betrokkene zelf betreft. Het College stelt voor, de be handeling daarvan aan te houden, opdat men deze ontslag aanvraag later, wanneer men in het bezit zal zijn van alle de daarop betrekking hebbende stukken, zal kunnen afdoen. Spr. begrijpt niet welk bezwaar daartegen kan zijn. De heer KLUFT heeft daartegen geen bezwaarhet is er hem alleen maar om te doen, dat Burgemeester en Wet houders zijn opmerking, betreffende het aan den directeur van het trambedrijf verleende ontslag, in gedachte houden. De heer ZIJLMANS vraagt, of het traktement van den heer SI ink er t inmiddels doorgaat. De VOORZITTER: Neen, want hij is geschorst met inhouding van traktement. De heer ZIJLMANS spreekt er zijn verwondering over uit, dat de Gascommissie geheel buiten deze zaak is gehouden. Waarom vraagt Spr. is zij niet op de hoogte gesteld verricht zij haar taak zoo slecht? De VOORZITTER zegt, dat de heer Zijlmans zich vergist. Spr. heeft zelf de vergadering bijgewoond, waarin Burgemeester en Wethouders de Gascommissie mededeeling hebben gedaan van alles wat hun toen omtrent deze zaak bekend was. De heer ZIJLMANS onderschrijft dit ten volle, maar de zaak had toen reeds in geuren en kleuren in de courant gestaan en ook had Spr. langs officieusen weg al het een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 919