924 25 NOVEMBER 1924. gelegenheid zou hebben gehad daarover eens rijpelijk na te denken. Ook de heer APPELBOOM heeft in de veronderstelling geleefd, dat over deze aangelegenheid prae-advies zou worden uitgebracht; derhalve heeft hij het adres niet aandachtig gelezen. Spr. kan er echter wel dit van zeggen, dat de maatstaf, welke daarin wordt aangelegd, onjuist is, daar de aanslag in de gemeentelijke inkomstenbelasting geen rekening houdt met het gezinsinkomen, doch met het persoonlijk inkomen. Daarom, zal, indien deze maatstaf wordt genomen, het re sultaat niet beantwoorden aan het doel. Het zou derhalve aanbeveling verdienen, er aan toe te voegen„en wier ge zinsinkomen beneden een zeker bedrag blijft Den heer ZIJLMANS wil het, na de opmerking van den heer Appelboom gehoord te hebben, voorkomen, dat prae-advies over deze zaak gewenscht is. De heer MOLL wenscht naar aanleiding van het gezegde van den heer Bogmans op te merken, dat deze kwestie niets nieuws is voor den Raad. Het College meende goed te doen met haar direct te behandelen, anders komt men weer met het verwijt aandragen, dat Burgemeester en Wet houders met hun prae-advies komen als de winter voorbij is. De heer Haaiman heeft zooeven aangetoond, dat het 2e gedeelte van het verzoek een paskwil is. Spr. zou nog verder willen gaanhet geheele adres kan z. i. niet au sérieux ge nomen worden, gehoord de uitlating van den heer Neve, die aan het zenden om prae-advies de voorkeur geeft, wijl dan adressanten de gelegenheid hebben een ander adres in te dienen. Voorts wil Spr. nog even terugkomen op vroegere voorstellen in dien trant. De heer Haaiman heeft daarmede in 1922 een succesje behaald, hoewel van korten duur. Spr. wijst er op, hoe destijds met de bons voor goedkoope cokes fraude is gepleegd, zoodat de Raad in zijn eerstvolgende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 924