926
25 NOVEMBER 1924.
De heer COHEN wijst er nog op, dat het nemen van
een beslissing op een verzoek, zonder dat daarover prae-
advies is uitgebracht, iets is, dat zelden voorkomt. Spr. is
het met den heer B o g m a n s eens, dat, door dit adres te
stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om
prae-advies, er kans bestaat b. v. door het indienen
van amendementen of anderszins de menschen te helpen.
Spr. dringt er derhalve bij Burgemeester en Wethouders op
aan, om in de eerstvolgende raadsvergadering prae-advies
over deze zaak te willen uitbrengen.
De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet
houders hebben voorgesteld, deze zaak terstond af te doen,
omdat zij hier al meermalen, zij het dan ook in eenigszins
anderen vorm, is behandeld. Zij hebben daarmede dan ook
volstrekt niet willen zeggen, dat zij nu voortaan altijd van
den gewonen regel zullen afwijken. Spr. kan de hoop, welke
de heer Haaiman te dien opzichte koestert, niet voeden
Burgemeester en Wethouders staan op het standpunt, dat
een directe behandeling alleen dan kan plaats hebben, wan
neer het zaken geldt, die den Raad voldoende bekend zijn.
Spr. houdt derhalve vast aan zijn voorstel om dit adres
ineens af te doen. Den heer Cohen wil Spr. er even op
wijzen, dat dit geen voorstel is, waarop amendementen kunnen
worden ingediend. Adressanten moeten hetzelfde dan maar
in anderen vorm vragen.
De heer VAN WERKHOOVEN kan met de zienswijze
van den Voorzitter meegaan, mits het adres, dat zal komen,
dan ook direct behandeld wordt.
De heer ZIJLMANS acht, na de uitstekende uiteenzetting
van den heer Moll, geen enkele reden aanwezig, om deze
zaak niet direct af te doen.