25 NOVEMBER 1924.
943
1916 aan den Raad een blanco crediet vragen om een des
kundige aan te stellen om te adviseeren over ombouw of
nieuwbouw, waarna het 2 jaar heeft geduurd, voor plannen
konden worden aangeboden. In verband met de geste van
Burgemeester en Wethouders op 5 Februari 1916 lijkt het
leeningsvoorstel van December 1915 toch wel wat voorbarig
gedaan. Van de in 1915 voorgenomen verbouwing is niets
gekomen. Wat is inmiddels met het geld gebeurd? Dat
heeft, als ik de stukken goed begrepen heb, 5 jaar lang on
gebruikt in de kas van het gasbedrijf gelegen en rente en
aflossing hebben jaarlijks met f 17.000.op het gasbedrijf
gedrukt.
Wanneer wij de balansen van de Gasfabriek naslaan vinden
wij in 1916, 1917, 1918, 1919, onder de activa „restant
gedeeltelijke leening" f208.000.En niettegenstaande deze
telken jare terugkomende herinnering en aanmaning is er
niet over gedacht dit geld productief te maken. Ik heb ten
minste niet kunnen vinden, dat dit geld b. v. door belegging
bij een andere gemeente productief is gemaakt, en evenmin
is er aan gedacht dit geld over te brengen ten laste van
den algemeenen dienst, waarvoor toch, terwijl dit geld on
gebruikt lag, in 1918, 1919 en ook in 1920 vóór het voor
stel tot uitbreiding van werkkapitaal, heel wat leeningen zijn
gesloten. De electriflcatie heeft zoo heet het in het prae-
advies de uitbreiding der Gasfabriek onnoodig gemaakt.
Op 27 Juli 1918 werd besloten tot gedeeltelijke electriflcatie
en op dien zelfden dag werd geleend f 400.000.—. Toen
was het gevolg van het electrificatiebesluit ten aanzien van
de uitbreiding der Gasfabriek wellicht nog niet onder de
oogen gezien, doch evenmin was dit het geval op 27
December 1918 toen f 200.000.op 29 Januari 1919 toen
f 200.000.en f 500.000.'nóch op 18 October 1919
toen weer f 500.000.— of op 3 Februari 1920 toen f300.000.
werd geleend.
En niet alleen lagen de f 200.000.ongebruikt, maar
door dit niet gebruiken is geleend moeten worden tegen