946
25 NOVEMBER 1924.
het werkkapitaal niet ineens of geleidelijk op den ouden voet
kon worden teruggebracht. Ook toen is verzuimd te onder
zoeken of men niet kon nalaten 5 l/3 en 6 °/o's geld te leenen,
waar men nog f 200.000.ad 4'/2 had. En zeer zeker
was zulks in December 1923 mogelijk geweest; althans mag
aangenomen worden, dat groote vermindering van werkka
pitaal toen mogelijk was, waar men thans de mogelijkheid
inziet - vergis ik mij niet, dan is het voorstel van het gas
bedrijf zelf uitgegaan om het werkkapitaal ineens tot een
achtste gedeelte te reduceeren, van f 230.000.— terug te
brengen tot f 30.000.
Waar zijn thans die terug te storten f 200.000! Blijkens
de kasopname, heden aan den Raad overgelegd, niet in de
kas van het gasbedrijf. Ik acht de conclusie niet gewaagd,
dat het gasbedrijf die f 200.000. die het in 1920onnoodig
als kasgeld kreeg, reeds in zijn verbouwing heeft gestoken
en dat dus de gemeente thans terug zal krijgen de f 200.000.
die in 1923 te veel geleend zijn en tot heden ter beschikking
van het gasbedrijf in de kas van den gemeente-ontvanger
hebben gelegen.
Dit, Mijnheer de Voorzitter, zijn de opmerkingen, waartoe
dit onderhavig voorstel mij aanleiding heeft gegeven en U
zult begrijpen, dat ik met genoegen dezen toestand zie be
ëindigd, een genoegen, dat zeer getemperd is door de ge
dachte aan het belangrijk nadeel, dat bij ander flnantieel
beleid der gemeente had kunnen zijn bespaard.
De heer APPELBOOM wenscht aan het betoog van den
heer Speyart toe te voegen, dat het kasgeld, hetwelk ge
leend werd, ten deele werd teruggevonden in den kolen-
voorraad. De rest werd in de verbouwing gestoken. En nu
wil Spr. er toch even de aandacht op vestigen, dat niette
genstaande het feit, dat het overtollig kasgeld voor den
nieuwbouw werd gebruikt, voor den vollen bouw weer
opnieuw werd geleend.