25 NOVEMBER 1924. 951 „Ten behoeve en ten laste van sommige perceelen zal het „bovendien noodzakelijk zijn, dat eene erfdienstbaarheid van „uitweg wordt gevestigd, zooals op de bijgevoegde teeke- „ningen is aangeduid. „In de afzonderlijk op te maken koopakten zullen deze „erfdienstbaarheden uitdrukking vinden. „Wij hebben de eer U voor te stellen, het verkavelingsplan „benevens de algemeene verkoopvoorwaarden goed te keuren „en ons te machtigen de perceelen aan daarvoor gegadigden „onderhands te verkoopen tegen de aangegeven prijzen. „De bouwcommissie, deswege gehoord, heeft zich met de „voorgestelde verkaveling, prijzen en verkoopvoorwaarden „vereenigd." De heer VAN WERKHOOVEN merkt op, dat de raads leden hiervoor een zeer korten tijd van voorbereiding hebben gehad. Een globale berekening van de opbrengst der perceelen geeft een uitkomst van f 139.000; voorwaar een mooi winst cijfer. Toch zou Spr. in overweging willen geven, in dergelijke gevallen voortaan rekening te willen houden met het idee „uitgifte in erfpacht" in plaats van tot verkoop over te gaan. Spr. wil aannemen, dat het hier misschien een nieuwe klank is, doch elders heeft het reeds langzamerhand burgerrecht verkregen. Spr. wijst in dit verband op Den Haag, waar met dit stelsel uitkomsten zijn verkregen, welke aan alle pessimistische verwachtingen den bodem hebben ingeslagen. Hij dringt er thans niet op aan, doch hoopt, dat bij volgende gelegenheden uitgifte in erfpacht in overweging zal worden genomen. De VOORZITTER verzoekt den volgenden sprekers niet op het idee „uitgifte in erfpacht" te willen doorgaan; het is thans niet aan de orde. De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, wat de aankoopsprijs is geweest van het terrein en hoeveel de kosten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 951