25 NOVEMBER 1924. 955 Maar, het is ook alleen in dit opzicht, dat het voorstel hem tot verheugenis stemt, want de inhoud ervan kan zijn steun niet hebben. Hoe langer het trambedrijf in stand wordt ge houden, des te meer geld verslindt het. Eerst werd voor een proefneming f 3500.gevraagd, toen nog f 15000.. en vandaag durft de heer Korteweg nog te komen met een credietaanvraag van f 41.000.En dat terwijl zelfs een deskundige, die in zekeren zin belanghebbende is, zoo eerlijk is om in zijn rapport den welgemeenden raad te laten doorschemeren: „houdt er maar mede op; het wordt toch niets." Spr. betreurt het dan ook, dat het trambedrijf al niet reeds eerder is stopgezet; wij hadden dan een f 20.000 bespaard. Nu is bovendien nog het Stationsplein geschan daliseerd en heeft Breda zich door de van tijd tot tijd de ronde doende geruchten over het houden van proefritten met den éénmansmotorwagen eenigszins belachelijk gemaakt. Spr. wil algeheele stopzetting van het bedrijf met 1 Januari a. s. Het is aan één kant jammer, dat de paardentram moet worden opgedoekt; dit ouderwetsche vervoermiddel geeft iets schilderachtigs aan de stad, maar de omstandigheden nopen er toe over te gaan tot de exploitatie van een ander, meer modern bedrijf. Spr. is tegenstander van het zelf exploi- teeren van dat bedrijf door de gemeentehij gevoelt er meer voor, het te concessioneeren. Spr. hoopt, dat, als vandaag de doodsklok luidt over het paardentrammetje, spoedig een v/oord van welkom kan worden toegeroepen aan een nieuw bedrijf, n. 1. een goed geoutilleerd autobusbedrijf, zooals o. a. Maastricht er een bezit. De heer HAALMAN stelt voorop, dat hij zich zal scharen aan de zijde van den heer H o r n i x. Spr. wil dat even toe lichten. Hij zal niet ingaan op hetgeen met betrekking tot het paardentrambedrijf achter ons ligt; de lijdensweg, welke door dat bedrijf is afgelegd, is ons afgeschilderd in een keu rige rede door den heer Speyart van Woerden nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 955