25 NOVEMBER 1924.
959
Welke gegevens hebben bij de vaststelling van het bedrag
gediend?
Hoewel ik wel vertrouwen heb in het thans omgebouwde
motorrijtuig, ligt het voor de hand, daarmee een proef van
eenigen duur te nemen in den geest als de heer Van den
Broek aangeeft en in afwachting daarvan nog niet over
te gaan tot ombouw van meerdere wagens.
Die proef kan op de eigen lijn plaats hebben en feitelijk
had de wagen reeds lang in bedrijf kunnen zijn, indien met
de vervanging der wissels niet zoo lang was getalmd.
Ik zou daarom in overweging geven
le. de lus, de nieuwe wissels ten spoedigste te leggen en
het spoor in de Willemstraat te vervangen
2e. het motorrijtuig ten spoedigste in dienst te stellen
3e. versterking aan de lijn moet ongetwijfeld plaats hebben,
doch zal naar mijne bescheiden meening met het oog
op de weersgesteldheid eerst uitgevoerd moeten worden
in het voorjaar. Voordat de daaraan verbonden kosten
worden gemaakt, kan dan reeds zijn gebleken, of
inderdaad met het motorrijtuig goede resultaten zijn
verkregen.
De directe uitgaven zullen zich dan bepalen tot die voor
eene lus en het vervangen van het spoor in de Willemstraat
ad rond f 2200.en de wissels ad f 10.800.— dus samen
f 13.000.-.
Met den Wethouder ben ik het eens, dat een trambedrijf
voor Breda en omgeving niet kan worden gemist en mijn
gevoelen is, dat het vooral met het oog op de veiligheid
van het gewoon verkeer door de nauwe straten der binnen
stad de voorkeur verdient boven een autobusdienst, maar
daarmee zoo noodig aangevuld kan worden.
Het is evenwel steeds mijne meening geweest en ook thans
ben ik die nog toegedaan, dat de gemeente dit bedrijf het
best in concessie kan geven op behoorlijke voorwaarden.
Ik ben namelijk overtuigd, dat het particulier initiatief hier
beter werk zal verrichten dan de gemeentelijke bemoeiing.