962 25 NOVEMBER 1924. voordeel, dat het aanbrengen van de draaischijf of de foei- leelijke lus op het Stationsplein komt te vervallen. Spr. geeft den heer Korteweg in overweging, rekening te houden met dit denkbeeld, hetwelk men ook in toepassing heeft gebracht op de lijn Rotterdam-Overschie; men is daar zoo practisch geweest, gedurende geruimen tijd een motorwagen tusschen de andere tramwagens door te probeeren en eerst daarna de overige wagens om te bouwen. De heer APPELBOOM is niet in staat geweest het voor stel van den heer Korteweg met deskundigen te bespreken. Spr. betreurt, dat, niettegenstaande er voldoende aandrang op Burgemeester en Wethouders is uitgeoefend om het advies in te winnen van onpartijdige deskundigen, blijkbaar geen ander advies is ingewonnen dan van twee belanghebbenden in deze, n. 1. de heeren Van Wieringhen Borski en Van den Broek, resp. degene, die den tramwagen omge bouwd heeft en degene, die zelf een proef neemt met om gebouwde wagens en van wien het initiatief is uitgegaan. Spr. moet dus zonder deskundige voorlichting enkele opmer kingen maken. Hij spreekt aan de hand van de verstrekte cijfers de verwachting uit, dat er bij het trambedrijf aan het einde van het jaar een verlies zal zijn van f 35.000.in het laatste jaar is alleen reeds door onvoldoende voorlichting omtrent de proefneming en het niet spoedig afwerken daar van circa f 30.000.verloren gegaan. Gaarne zou Spr. vernemen, hoeveel er sinds de eerste plannen tot ombouw aan het bedrijf besteed is. Spr. verzoekt daarvan een nauw keurige specificatie, ook met betrekking tot hetgeen er voor de lijn en aan loonen voor het herstel daarvan uitgegeven is. De heer Korteweg schrijft op den weg 15 °/0 van f 85.000.af; met inbegrip van nieuwe wissels zal dan de lijn volgens den heer Van den Broek het nog vijf jaar kunnen uithouden. Maar na vijf jaar staan wij dan weer voor het feit, dat we een nieuwe lijn noodig hebben. Spr. had dan ook gaarne vernomen, hoeveel zoo'n geheele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 962