968 25 NOVEMBER 1924. op de noodige medezeggingschap van en de noodige waarborgen voor de gemeente en aan den anderen kant op een goede bestaanszekerheid en goede rentabiliteit van het autobussenbedrijf. Wanneer wij erin slagen hierbij een juisten middenweg te vinden, dan twijfel ik niet, of er zullen zich gezien de groote vervoercijfers van tram en autobus meerdere ge gadigden voor onze concessie komen aanmelden. De heer CERUTTI hoopt niet, dat het regel zal worden, dat Burgemeester en Wethouders zich onthouden van het uitbrengen van prae-advies over een dergelijk belangrijk voorstel als dat van den heer Korteweg. Spr. had zoo gaarne een goed gedocumenteerd prae-advies daarover gezien zulks zou de behandeling in den Raad vergemakkelijkt hebben. Nu kan Spr., gezien de hooge kosten, die er aan dit voorstel verbonden zijn, zijn stem daaraan niet geven. Den heer BOGMANS valt het tegen, dat er zoo weinig voorstanders van het voorstel-Korteweg blijken te zijn; toch had Spr. een nog heviger verzet daartegen verwacht. Spr. brengt hulde aan den heer Korteweg, die datgene heeft gedaan wat de heer F eb er niet heeft aangedurfd. De proefrit met den éénmanswagen is heel goed gelukt. De heer Moll kan nu wel zeggen„er waren toen geen verkeers- belemmeringen op den weg", maar die gaan vanzelf uit den weg. Wat de loonen van het personeel betreft Spr. wil niet alleen werkzaam zijn in het belang van het personeel; hij wil daarop althans niet in de eerste plaats aandringen. Met betrekking tot de deskundigen, wier advies is ingewonnen, zegt Spr., dat hij er altijd tegen geprotesteerd heeft, dat zij de tramcommissie werden opgedrongen. De heer Feb er heeft steeds vooropgesteld, dat het geen deskundigen uit Breda mochten zijn; daardoor is Spr. nooit met zijn eigen candidaten te berde kunnen komen. Te dien opzichte mag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 968