22 FEBRUARI 1924. 97 op deze wijze tegenover de andere optreedt? Vandaag weert Breda b.v. een leverancier uit Tilburg, maar morgen doet b.v. Tilburg hetzelfde met een leverancier uit Breda. Het wordt dan een janboel en het werk wordt ontzaglijk duur. Waar ik mijn stem aan Uw voorstel wil geven, vertrouw ik te mogen vernemen, dat door U aan het argument der werkloosheidsbestrijding in dit geval niet al te veel waarde wordt gehecht. De heer KLUFT meent te weten, dat de heer Z ij 1 m a n s vóór de aanbesteding van de vernieuwings- en herstellings werken aan de Hooge Brug een onderhoud had met den Directeur van Openbare Werken en dat laatstgenoemde toen gezegd heeft, dat, wanneer de heer Z ij lm a n s meerdere firma's wist, hij gaarne van den heer Z ij 1 m a n s een opgave tegemoet zou zien. Spr. zegt, dat men niet behoeft te twijfelen aan den goeden naam van den aannemer van de werken aan de brug. De VOORZITTER merkt op, dat de Hooge Brug te ver van de stoomketels ligt om hierbij een punt van bespreking uit te maken. Spr. verzoekt dan ook de brug verder buiten geding te laten, tenzij de heer Zijlmans daarover nog van antwoord wil dienen. De heer ZIJLMANS antwoordt, dat hij den brief betref fende de aanbesteding van de herstellingswerken aan de Hooge Brug in zijn geheel heeft voorgelezen, omdat Burge meester en Wethouders in dit voorstel dien brief slechts gedeeltelijk hadden geciteerd en hij het wenschelijk achtte den Raad met den geheelen inhoud op de hoogte te stellen. De VOORZITTER wijst er op, dat de directie der Gas fabriek van meening is, dat de meerdere uitgaaf ad f 550.—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 97