22 DECEMBER 1924. 991 J. van Sas, leeraar in de Natuurkunde aan de Rijks Hoo~ gere Burgerschool, met ingang van 1 Januari 1925. Niemand hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver lenging van de tijdelijke benoeming van den klokkenist J. A. Maassen met één jaar, ingaande 1 September 1924. Den heer CERUTTI bevreemdt het, dat het College niet gekomen is met een voorstel tot definitieve benoeming van den heer Maassen tot klokkenist. Spr. gelooft, dat men daartoe gerust kan besluitende heer Maassen heeft zich in het afgeloopen jaar niet alleen als een bekwaam musicus doen kennen, maar ook als een volijverig carillonneur. Hij verdient derhalve ten volle om voor definitieve benoeming in aanmerking te komen. Spr. stelt dan ook voor, hem met ingang van 1 Januari a. s. definitief te benoemen. De VOORZITTER antwoordt, dat er bij het College geen bezwaar zal bestaan om de tijdelijke benoeming zoo spoedig mogelijk om te zetten in een definitieve. Uit een administratief oogpunt dient de tijdelijke benoeming echter eerst verlengd te worden met ingang van 1 September 1924. Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wethouders be sloten. 15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot her ziening en opnieuw vaststelling van de verordeningen op de heffing en invordering eener belasting op de honden. De heer SPEYART VAN WOERDEN geeft in over- weging om art. 2 der invorderingsverordening te doen luiden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1924 | | pagina 991