992
22 DECEMBER 1924.
,,De betaling der belasting geschiedt dadelijk bij de aan
gifte tegen kwitantie" in plaats van: „De betaling der be
lasting geschiedt dadelijk bij zijne aangifte tegen kwitantie".
De VOORZITTER zegt, dat daartegen geen bezwaar
bestaat.
De heer SCHRAUWEN merkt op, dat het zijn aandacht
heeft getrokken, dat er zoovele honden rondloopen, waarvoor
geen belasting wordt betaald. Daar het voor de politie haast
niet mogelijk schijnt te zijn een goede controle daarop uit
te oefenen, dringt Spr. er op aan, het dragen van de be
lastingpenning door de honden wederom verplichtend te
stellen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de zaak nu in orde
komt.
De heer APPELBOOM vindt het eigenaardig, dat, terwijl
bij deze wijziging alle overtredingsbepalingen worden over
gebracht naar de heffingsverordening, de strafbepaling blijft
staan in de invorderingsverordening. Deze moet natuurlijk
ook worden overgebracht. Spr. stelt derhalve voor, dit alsnog
te doen. Voorts heeft Spr. nog een viertal amendementen
op de voorgestelde verordeningen.
Den VOORZITTER komt het gewenscht voor, in ver
band hiermede de verdere behandeling van dit punt aan te
houden tot een volgende vergaderingde heer Appelboom
heeft dan gelegenheid zijn amendementen schriftelijk in te
dienen.
De heer APPELBOOM zal daaraan gevolg geven.
Alsnu wordt besloten de verdere behandeling van
dit punt aan te houden tot een volgende vergadering.