22 DECEMBER 1924.
997
den plantsoenaanleg betreft, gelooft Spr., dat deze in een
minimum van tijd vernield zal zijndaarvoor zal het Zondag
avond-publiek wel zorgen.
De heer BOGMANS geeft in overweging, dien eenen
boom bij den overweg naar Terheijden ook maar te rooien.
Spr. kan zich wel vereenigen met den voorgenomen plant
soenaanleg, maar hij is toch verwonderd over deze belang
rijke uitgaaf voor verfraaiing van de Willemstraat en het
spijt hem, dat er niet gedacht is aan verbetering van de
bestrating van den Nijverheidssingel en van de Fellenoord-
straat. Spr. heeft daarop al meermalen aangedrongen, doch
steeds zonder succes. Hij hoopt, dat ten gunste daarvan ook
eens een andere stem zal opgaan, niet van een arbeiders
afgevaardigde misschien zal er dan wèl naar geluisterd
worden.
De heer MOLL gelooft, dat men in deze de adres-beweging
wel kan uitschakelende plannen van Burgemeester en
Wethouders verkeerden al eerder in een vergevorderd stadium.
Vervolgens beantwoordt hij de verschillende sprekers. Hij
wijst er den heer Kooperberg op, dat de boomen niet
over 5 of 6 jaren, maar reeds nu ieder jaar door zwam
worden aangetast; zij zijn dus nu reeds ziek. Voorts merkt
Spr. op, dat het in de Willemstraat ontworpen plantsoen
zich aansluit bij den aanleg van het Stationsplein, welke
straks, wanneer dit plein geasphalteerd zal zijn, daarop aan
gebracht wordt. Men heeft door de plaatselijke bladen kennis
kunnen nemen van het schitterend aanbod van de firma
Lombaerts uit Zundert om gratis rozen te verstrekken
voor den voorgenomen plantsoenaanleg. Dit aanbod staat
niet alleen; er is nog een aanbod van gelijke strekking
gedaan door een Bredasche firma. Spr. gelooft dan ook, dat
de uitvoering van deze plannen zeer veel zal bijdragen tot
de verfraaiing van het entrée der stad. De heer Zijl mans
vindt de boomen schilderachtig; dat is eenvoudig een kwestie