998
22 DECEMBER 1924.
van appreciatie. De heer Z ij 1 m a n s weet toch wel uit
ondervinding, dat die boomen den bewoners der Willemstraat
veel hinder veroorzaken; op verzoek van den heer Zijlmans
is ook weieens een tak af gezaagd. Den heer Neve ant
woordt Spr., dat de boomen, welke in het Wilhelminapark
reeds gerooid zijn, doode boomen waren. En daarvoor is
geen raadsbesluit noodig. De heer Bog mans wil dien
eenen boom bij den overweg naar Terheijden ook maar
rooien. Dat is een kwestie van opvatting; het College is in
deze de meening toegedaan, dat hetgeen behouden kan blijven
ook behouden moet worden. Ten slotte wijst Spr. er op,
dat de verbetering van de bestrating van den Nijverheids
singel en van de Fellenoordstraat verband houdt met de
oplossing van het tramvraagstuk.
De heer ZIJLMANS merkt op, dat, al zijn de boomen
op het oogenblik ziek, het toch niet uitgesloten is, dat zij
nog eens gezond worden. Wat het aanbod van de rozen
betreft, hoe aanlokkelijk dit ook moge zijn, is Spr. ervan
overtuigd, dat meerdere bewoners van de Willemstraat de
boomen wenschen te behouden, waarmede zij tevreden zijn.
Er behoeven dus geen nieuwe kosten gemaakt te worden.
Spr. heeft inderdaad wel eens hinder van een tak gehad,
maar dat mag toch nog geen reden zijn om de boomen te
rooien. Wat de andere boomen betreft, n. 1. aan den Stations
weg en in het Wilhelminapark, daarvoor zijn gegronde
redenen aangevoerd om ze te rooien.
De heer VAN WERKHOOVEN vraagt, voor het rooien
van welke boomen in het Wilhelminapark dit raadsbesluit
eigenlijk noodig is.
De VOORZITTER; Voor enkele gezonde boomen.
De heer VAN WERKHOOVEN Waarom is dat noodig?
Men heeft in den laatsten tijd toch al zooveel boomen moeten
rooien wegens ziekte.