29 DECEMBER 1925. 1009 juist gezegd: „De belangen der werklieden wegen bij mij heel zwaar, doch de gemeente-belangen nog zwaarder". (Notulen 1924, blz. 219.) Spr. zal hem aan dit gezegde nog weieens meer herinneren. Wanneer men het streven der democratie voorstelt te bestaan in het uitgeven van veel geld voor sociale doeleinden, dan houdt men de democratie nog al laag bij den grond. De Christelijke democratie althans streeft naar hooger. Zij wil volgens het voorschrift van een der laatste Pausen „Alles vernieuwen in Christus." In Christus, Mijnheer Haaiman, versta dit wel, in Christus, onzen gekruisigden Godmensch. Bij dit groote werk kunt gij en kunnen ook de socialisten onze bondgenooten niet zijn. De heer MOLL zal zich beperken tot enkele opmerkingen over de reorganisatie van den gemeentelijken geneeskundigen dienst. Het contract met het A. A. Z. B. is thans afgesloten. Het zal evenwel gewijzigd moeten worden, daar de practijk heeft geleerd, dat men zal moeten komen tot een progres sieven vorm van inkomsten. Overigens valt hierover weinig te zeggen, aangezien de Geneeskundige Commissie die zaak nog in studie heeft; zij zal in het begin van Januari nader bezien worden. Wat de benoeming van een geneesheer directeur betreft, kan Spr. mededeelen, dat de sollicitaties thans in onderzoek zijn bij de Geneeskundige Commissie. De Raad kan binnenkort een voordracht ter benoeming van een zoodanigen functionaris verwachten. Spr. kan met deze korte opmerkingen volstaan. De heer KORTEWEG zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter, In de vergadering van j. 1. Dinsdag is door den heer Z ij 1 m a n s gezegd, dat de raming der winsten niet te hoog, doch ook niet te laag is. Dit doet mij genoegen, omdat andere leden meenen, dat de geraamde winsten voor de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1009