29 DECEMBER 1925. 1019 Het gesprokene behoeft voor een deel dezerzijds geen antwoord, waar het namelijk niet het beleid van Burge meester en Wethouders betrof, doch onderlinge partijge schillen, waarvan wij meenen, dat zij met goeden wil niet een vruchtbaar bestuur in den weg behoeven te staan. Een samengaan, waar het de belangen der gemeente betreft, be hoeft er niet door te worden verhinderd, als men slechts gedachtig is aan een woord van Vondel, dat in aanmerking zou komen voor weergave in onze aanstaande Raadszaal: „De heilige eendracht is het zout, Dat huis en stad in wezen houdt." De heer KROONE verzoekt de vergadering eenige oogen- blikken te schorsen ten einde hem gelegenheid te geven tot overleg met zijn medeleden in zake wijziging van zijn motie. De heer CERUTTI geeft in overweging zulks aan het einde der vergadering te doen, dan behoeven pers- en pu blieke tribune nu niet ontruimd te worden. De VOORZITTER kan het bezwaar van den heer C e r u 11 i niet deelen. Spr. schorst daarop de vergadering voor eenige oogenblikken. Na heropening der vergadering stelt de VOORZITTER, alvorens met de behandeling der begrooting verder te gaan, aan de orde punt 3 der agenda. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver koop van een perceel bouwterrein, groot 480 M2., gelegen in den Belcrumpolder, aan C. F. Sol, tegen f 10.per M2., o. a. onder voorwaarde, dat dit perceel binnen één jaar bebouwd zal zijn. De heer SPEYART VAN WOERDEN betwijfelt, of een termijn van een jaar voor de bebouwing wel juist is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1019