1020 29 DECEMBER 1925. gezien. Zou het niet beter zijn om in verband met stallings gelegenheid bij de Veemarkt een vroegeren termijn te be- ge' dingen. Bu trc De VOORZITTER antwoordt, dat het inderdaad in het oir algemeen belang is, dat het perceel zoo spoedig mogelijk br< bebouwd wordt. Men kan echter niet verlangen, dat dit ve: binnen twee maanden geschiedt. De termijn van één jaar za< is altijd gebruikelijk geweest. Het is daarom minder raad- Bu zaam voor dit speciaal geval van dit gebruik af te wijken. po ko De heer SPEYART VAN WOERDEN vraagt, of er zal geen middenweg te vinden is, door b. v. een termijn van zal 6 maanden te stellen. De VOORZITTER: Als de kooper er geen bezwaar P< tegen heeft, dan zullen wij den termijn op 6 maanden stellen, Tr zo< Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkomstig is het voorstel van Burgemeester en Wethouders be- po sloten. ve: mc De VOORZITTER heropent alsnu de algemeene beschou- als wingen over de begrooting 1926. br< De heer KROONE verklaart, dat, nu de Monopol Maat- da: schappij in den vervolge staten zal overleggen, waaruit ge< blijkt, dat het personeel het loon, in het contract genoemd, op individueel heeft ontvangen, zijn fractie meent, dat er geen reden meer is om de desbetreffende motie te handhaven. do< Wat het verzoek van het College betreft om in de motie, ov in zake de wederaanstelling der ontslagen chauffeurs, de Sp schuldkwestie te schrappen, deelt Spr. mede, daaraan tege- ten moet te willen komen, als Burgemeester en Wethouders de toezegging willen doen, dat zij de terugname der ontslagen op: chauffeurs zooveel als in hun vermogen ligt zullen bevorderen. leic

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1020