29 DECEMBER 1925.
1021
Op zijn vraag, in welk stadium zich de invoering van het
georganiseerd overleg voor ambtenaren bevindt, hebben
Burgemeester en Wethouders geantwoord, dat wordt ver
trouwd, dat in het komende jaar tijd beschikbaar zal zijn
om te dier zake met voorstellen te komen. In dit verband
brengt Spr. in herinnering, dat alreeds in 1918 of 1919 een
verzoek daartoe is gedaan. Op dit oogenblik echter is die
zaak nog niet geregeld. Spr. zou er prijs op stellen, indien
Burgemeester en Wethouders te dien opzichte een meer
positieve toezegging wilden doen. Spr. hoopt, dat in het
komende jaar het georganiseerd overleg voor de ambtenaren
zal tot stand komen en dat daarbij tevens hun rechtspositie
zal worden geregeld.
Den heer ZIJLMANS doet het genoegen, dat de heer
P e 1 s t e r het in vele opzichten met hem eens blijkt te zijn.
Trouwens, waar dit niet het geval is, staan zij toch niet
zoo ver van elkander af; aangekondigd of in uitzicht gesteld
is b. v. vrijwel hetzelfde. Ook ten aanzien van den aflossings-
post is de heer Pels ter het met Spr. eens; ook hij acht
verhooging van dien post in de naaste toekomst niet on
mogelijk. Overigens staat het zoowel voor den heer Pelster
als voor Spr. te bezien wat de toekomst op dit gebied zal
brengen.
Met genoegen heeft Spr. van den Voorzitter vernomen,
dat het uitbreidingsplan bij de diverse gemeentebesturen
gecirculeerd heeft; hij verzoekt ook de raadsleden ermede
op de hoogte te stellen.
Wat de salarisherziening betreft, heeft Spr. tot zijn vol
doening gehoord, dat het College niet afkeerig staat tegen
over de instelling van een raadscommissie te dezer zake.
Spr. zou echter in overweging willen geven, dat het initiatief
ten deze van Burgemeester en Wethouders uitgaat.
Ten slotte verklaart Spr. met betrekking tot de bewuste
opmerking van den Directeur in het verslag van de Water
leiding, dat hij de uitvoering van de plannen voor de her-