29 DECEMBER 1925. 1027 toestand van overwegend karakter is voor de zedelijke en geestelijke verheffing van de arbeidersklasse. Wanneer men derhalve niet wil medewerken om in dien toestand verbe tering te brengen, dan heeft men schuld aan het lage zedelijk en geestelijk peil, waarop de arbeidersbevolking thans staat. Van het verleenen van materialistische hulp door den heer P e 1 s t e r heeft Spr. nog weinig gezien in dezen Raad. Spr. erkent, dat het verleenen van die hulp niet uitsluitend tot het domein der democratie behoort, maar het behoort ertoe. En het is nu eenmaal een feit, dat de heer P e 1 s t e r op dit gebied tot dusver steeds in verzuim is gebleven. Spr. noemt eenige gevallen, waarin de heer P e 1 s t e r aan den verkeerden kant van de scheidingslijn stond. Verder vraagt Spr., in welke kwestie de R. K. raadsfractie een en ondeel baar is geweest. Mr. P e 1 s t e r moet niet zeggen, dat de R. K. democraten de samenwerking van de S. D. A. P. niet noodig hebben. Hoe durft hij dit te zeggen in dezen tijd! Wat leert ons te dien aanzien het buitenland? In Bel gië is die samenwerking tot stand gekomen onder goedkeu ring van het Belgisch Episcopaat. In Duitschland bestaat zij al jaren. En als gij, Mr. P e 1 s t e r, de scheidingslijn ook op dit terrein wil doortrekken, wat moet gij dan wel zeggen van Uw geloofsgenooten in Engeland en de Scandinavische landen, waar die scheidingslijn in het geheel niet bestaat Met den heer Moll zal Spr. van gedachten wisselen bij de behandeling van Hoofdstuk IX. Het beleid van den heer Korteweg in de badhuis kwestie en zijn houding ten opzichte van het verzoek om openbaar voorbereidend lager onderwijs, heeft op Spr. een buitengewoon eigenaardigen indruk gemaakt. In de bewaar school-kwestie was het zeker geen houding, die een Anti- Revolutionnair siert. De heer Korteweg heeft zijn stand punt in deze verdedigd met een beroep op de geldelijke bezwaren aan de invoering van bedoeld onderwijs verbonden. Nu geeft Spr. toe, dat de Anti-Revolutionnaire Partij meer en meer materialistisch wordt, maar past een dergelijk ma-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1027