29 DECEMBER 1925.
1037
zullen gaan doen. De Voorzitter zegt nu wel, dat het geven
van vergunning voor het rijden door de binnenstad in strijd
zou zijn met de bepalingen van het contract met de Mono
pol Maatschappij, doch Spr. ziet dit niet in. Zulks ware te
ondervangen door te bepalen, dat de autobussen, die van
buiten komen, vanaf de grens der gemeente geen passagiers
meer mogen opnemen.
De heer SCHLAGHECKE zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
In de op j. 1. Dinsdag 22 dezer gehouden raadszitting
heeft mijn geacht medelid, de heer Van H a 11 e m, als ik
mij niet vergis, sprekende namens de Soc Dem. Raadsfractie
zich uitgelaten, dat hij tot zijn groot genoegen heeft kunnen
constateeren (evenals dit bij het onderzoek in de Afdeelingen
reeds gezegd is) het verheugende verschijnsel van de zich
baan brekende nieuwe groepeering Conservatief-Democraat.
Het ligt niet in mijn bedoeling in verband met deze uit
lating iets onaangenaams aan het adres van de Soc. Dem.
fractie te zeggen, maar toch gevoel ik mij verplicht tegen
al te groot optimisme te waarschuwen.
Ik stel er prijs op te verklaren, dat ik geheel onderschrijf
het goed gedocumenteerde betoog van den heer Wethouder
P e 1 s t e r, voor wat betreft deze aangelegenheid.
Ik spreek niet namens de R. K. Raadsfractie, maar toch
vertrouw ik het gevoelen van mijn medeleden te vertolken,
wanneer ik verklaar, dat in principieele zaken het R. K.
raadslid zich zal laten leiden door de Christelijke beginselen
en wij in deze ons stellen op het standpunt als omschreven
in de sociale Encyclieken der laatste Pausen, waarvan ik
vooral wil noemen „Rerum Novarum" en „Immortale Dei"
van Paus Leo XIII.
En vooral den heer Van Hattem, dien ik beschouw
bekend te zijn met de leer van het wetenschappelijk socia
lisme, die dus weet, dat de grondleggers van de Sociaal