1040 29 DECEMBER 1925. bij de laatste wethoudersverkiezing van stemmen heeft ont houden. Daarom kunnen de R. K. democraten, wanneer straks de Socialisten hun zullen verwijten de verantwoorde lijkheid voor de samenstelling van het College op zich te hebben genomen, dit verwijt met het volste recht afwijzen. De heer KORTE WEG wijst er den heer Van Hattem op, dat het bedrag van f 80,— per leerling te vinden is in het prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het voorstel-H a a 1 m a n, om over te gaan tot de oprichting van twee openbare scholen voor voorbereidend lager onder wijs, opgenomen in de notulen van 29 Juli j. 1. De conse quentie brengt mede, dat dit bedrag ook wordt uitgegeven voor iederen leerling van de bijzondere bewaarscholen; Spr. komt dan tot een totaal uitgaaf voor het bewaarschool- onderwijs van jr f 80.000 per jaar. De VOORZITTER komt, wanneer hij de replieken na gaat, tot de conclusie, dat er niet zooveel ten nadeele van het College was te zeggen; hieruit blijkt hoe onjuist het was, een enkel punt uit de behandeling te lichten en daar aan een zwaarwichtige motie tegen de Wethouders vast te knoopen. De heer K r o o n e kan ten opzichte van de mee ning van het College omtrent het georganiseerd overleg voor de ambtenaren gerust zijn. In de practijk is gebleken, dat het College van zoodanigen maatregel niet afkeerig is; het Werkliedenreglement is daarvan het bewijs. Het is dan ook slechts een kwestie van tijd. De heer Z ij 1 m a n s heeft verzocht het uitbreidingsplan bij de raadsleden te doen circuleeren. Dit plan gaat evenwel niet alleen de gemeente Breda aanadministratief heeft Breda met het uitbreidingsplan als zoodanig bijzonder weinig te maken, al heeft onze stad er veel belang bij, wijl het haar feitelijken groei betreft; er kan dus te dien opzichte geenerlei toezegging worden gedaan. Alleen het zeer kleine stukje, dat Bredasch grondgebied omvat, zal te zijner tijd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1040