1048 29 DECEMBER 1925. gevallen, dat de reis- en verblijfkosten, door ambtenaren der bedrijven in rekening gebracht, tamelijk hoog zijn. Spr. heeft al eens meer gevraagd, of daarvoor geen schaal bestaat. Hij heeft echter op die vraag nooit eenig antwoord gekregen. Het wil hem evenwel toch voorkomen, dat te dien aanzien een vaste regeling moet bestaan. De VOORZITTER antwoordt, dat een zoodanige regeling niet bestaat; er ligt wel een concept-regeling gereed. Nu er stemmen opgaan om die aangelegenheid te regelen, zal er te meer aanleiding zijn om haar spoedig ter hand te nemen. a. Burgerlijk Armbestuur. Wordt zonder eenige bedenking goedgekeurd. b. Gasbedrijf. De heer KOOPERBERG heeft tot zijn leedwezen in de Memorie van Antwoord geen opgave kunnen vinden omtrent den kostprijs van het gas. Spr. verzoekt dezen bij de volgende begrooting mede te deelen en evenzoo den kostprijs van de electriciteit en van het water. De heer HORNIX brengt in herinnering, dat hij, toen indertijd overgegaan moest worden tot ombouw van de Gasfabriek, ten slotte hoewel aarzelend zijn stem daaraan heeft gegeven, nadat de Directeur uitdrukkelijk had verklaard, dat door den ombouw meer economische resultaten zouden worden verkregen. Spr. heeft nu in de afdeeling gevraagd om nadere gegevens, waaruit die meer economische resultaten blijken. Burgemeester en Wethouders hebben daarop geantwoord, dat zulks o. m. is te zien uit de geringere hoeveelheid kolen, welke gebruikt is om een grootere hoeveelheid gas te maken. Dit is voor Spr. evenwel geen axioma; immers de productie-kosten kunnen dan toch nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1048