29 DECEMBER 1925. 1057 zouden kunnen worden verminderd. Over het voorstel van den heer E1 i c h zullen de Gascommissie en de Directeur worden gehoord. Spr. zou den heer Elich evenwel willen uitnoo- digen, een financieele berekening aan zijn voorstel toe te voegen. De heer APPELBOOM verklaart, tegen verlaging van den electriciteitsprijs ook al geschiedt dit ten nadeele van de belastingbetalers geen overwegend bezwaar te hebben, mits tegelijkertijd wordt overgegaan tot verlaging van den gasprijs. Het gaat z.i. niet aan om alleen den electriciteitsprijs te verlagen. Er moet verband bestaan tusschen de beide prijzen voor lichtverbruik. Laat men daarom eens nagaan in welke verhouding die prijzen een verlaging zouden kunnen ondergaan. De VOORZITTER constateert, dat het voorstel-E 1 i c h niet rijp blijkt te zijn voor een directe behandeling. Neemt men daarbij in aanmerking, dat de heer Z ij 1 m a n s het winstcijfer wil verminderen met f 40.000, dan komt men op nul uit. Men ziet daaruit, dat er zoo veel aan deze kwestie vastzit, dat men goed zal doen met het voorstel-E 1 i c h in handen van Burgemeester on Wethouders te stellen om prae-advies. De heer PELSTER zou de beslissing over de verlaging der gas- en electriciteitstarieven willen uitstellen tot de vaststelling van den vermenigvuldigingsfactor aan de orde is. De heer ZIJLMANS gevoelt er meer voor, een gedeelte van de winst te reserveeren voor extra-afschrijving. Het Electriciteitsbedrijf is in een zeer duren tijd opgericht; het wordt derhalve tijd voor een flinke afschrijving. Voorts wijst Spr. er op, dat verhooging van den kolenprijs direct gevolgen heeft voor het Gasbedrijf en indirect ook voor het Electriciteitsbedrijf,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1925 | | pagina 1057